De opdracht
“Hoe kunnen we als Rotterdamse Regio bijdragen aan het realiseren van één of meerdere sustainable development goals?”. De opdracht gever hierbij was Vonk. Ik heb gekozen voor de SDG's; nummer 13 klimaatverandering en nummer 15 herstel ecosystemen en behoud biodiversiteit.
Mijn gekozen probleem
Jongere mensen zijn vaker verantwoordelijk voor het vervuilen van de omgeving, vooral onder de 19 jaar. Hierin speelt leeftijd en volwassenheid een grote rol. Dit heeft vele redenen. De belangrijkste hiervan is dat kinderen niet genoeg kennis hebben over het negatieve effect op de natuur. Dit probeer ik op te lossen met het concept tinysprouts. Mijn ontwerpvraag luidde "Hoe kan je basisschool kinderen uit klas 3 regio Rotterdam, meer leren over de natuur en ze enthousiast maken voor tuinieren, zodat ze meer kennis opbouwen en beter met de natuur omgaan?”
Het Proces
Ik ga in dit stukje tekst langs al mijn belangrijkste acties en bevindingen. Ik ben begonnen met het maken van een stakeholders map. Hierna ben ik begonnen met deskresearch, hierbij had ik twee hoofdvragen;
Waarom doen sommige kinderen vervuilen?
Jongere mensen zijn vaker verantwoordelijk voor het vervuilen van de omgeving. Hierin speelt leeftijd en volwassenheid een grote rol. Onder de 19 jaar zijn de meeste schuldige. Jongere kinderen weten soms nog niet wat de gevolgen zijn van bepaalde acties of dat iets niet goed is. Redenen waarom er vervuild wordt: de aanwezigheid van al veel afval, luiheid en onzorgvuldigheid, het gevoel van geen consequenties, te weinig of te volle prullenbakken, te weinig kennis over het negatieve effect van vervuilen op de omgeving en kudde gedrag.
(Lake, 2015) (Nicole, 2022)
Wat voor positieve effecten heeft tuinieren op basisschool leerlingen?
Door in de tuin te werken leren de kinderen hoe zij met planten en dieren moeten omgaan. Ook leren zij doormiddel van het verzorgen van planten om hun verantwoordelijkheid te nemen. Buiten het feit dat het een opvoedkundige werking heeft, heeft het ook een goede impact op kinderen hun mentale en fysieke gezondheid. In de tuin werken is goed voor het immuunsysteem en de kinderen krijgen ook meer frisse lucht. De tuin kan er ook voor zorgen dat kinderen hun huis meer uit gaan en zich minder alleen voelen.
(Uit het boek: “de groene hemel”) (Tuinieren met kinderen: Geschikte projecten & planten, z.d.)
Andere belangrijke informatie
- Jongere waarbij de natuur door ouders/school gestimuleerd word weten meer over de natuur.
- Hoe ouders het kind/hoe hoger het niveau van opleiding hoe minder de kinderen met de natuur bezig zijn.
- Dat 23% procent van alle basisscholen tuinieren maar opgenomen heeft in hun onderwijsplan. Dit is van de 800
leerkrachten die ze gevraagd hebben.
(“Onderzoek schooltuinen”, 2021) (“Inzicht in de jeugd als doelgroep voor natuur”, 2008)
Fieldresearch
Hierna ben ik begonnen met fieldresearch, voor de fieldresearch heb ik twee sessies gehouden. De foto's hiervan zie je links, als je ze groter wilt bekijken kan je ze aanklikken. Bij de eerste sessie heb ik met twee verschillende leerjaren getest, klas 3 en 5. Hierdoor kon ik goed de verschillen zien. Hierna ben ik voor de 2e sessie alleen verder gegaan met klas 3.
Sessie 1:
Tekenen wat natuur is, vrije attitude interview en een raad spel van hoe snel plastic vergaat in de zee.
Punten:
- Kinderen weten dat afval lang afbreekt maar zien lang als eigenlijk niet heel lang maar meer als een dag, maand of jaar. Dit kan je ze nog aanleren. Via deze manier werkt wel goed.
- De kinderen vinden het in de tuin werken wel leuk op school. Thuis zijn ze er ook nog mee bezig.
- De kinderen verliezen het plezier van de natuur als ze ouder worden. Het moet blijven herhaald worden.
- De doelgroep weet voor het grootste deel wat natuur is en wat daar allemaal bij hoort. Dit kan je terig zien in de tekeningen, wel worden grotere dieren daar soms vergeten.
Sessie 2:
vrije attitude interview, co-creation met de vraag ‘Hoe kan je kinderen meer leren over de natuur?’ Dit hebben de kinderen proberen te beantwoorden door dingen op te schrijven en te discussiëren. Het laatste onderdeel was een task analyses. Hierbij heb ik samen met de kinderen zaadjes gepland, waarbij zij zelf hun zaadje mochten kiezen en hun potje mochten versieren.
Punten:
- Kinderen leren van elkaar, het is goed als het in een groep is
- Ze moeten iets doen, onderzoeken, de natuur in en er ook echt mee bezig zijn
- Ze vinden het leuk om bezig te zijn met tuinieren
- Een leerzaam programma kan kinderen meer leren. ( maar hoe zorg je dan dat kinderen deze zien) ik denk via scholen
De belangrijkste punten van mijn field- en deskresearch heb ik verwerkt in mijn statement cards. Ook heb ik tijdens dit project een; plan van aanpak, gebruikersprofiel, mindmap, brain writing en geconvergeerd.
De oplossing
Tinysprouts is een jaarlijks evenement waarbij kinderen op de basisschool verschillende dingen leren over de natuur. Het programma hiervan kan een beetje verandert en opmaat gemaakt worden voor de verschillende leerjaren. Zodat het programma dat je krijgt ook mee groeit met je leeftijd. Het moet een jaarlijks evenement zijn, omdat er uit mijn deskresearch kwam dat kinderen minder bezig zijn met de natuur als ze ouder worden. En uit mijn fieldresearch kon ik het verschil zien tussen klas 3 en 5. Bij klas 5 brachten ze al minder tijd in de natuur door en hadden ze ook minder plezier in tuinieren wat ook veroorzaakt word door stomme klusjes zoals te veel onkruid wieden in een keer. Daarom moet dit gestimuleerd blijven worden.
Een vertegenwoordiger komt naar een klas toe waarbij hij samen met de docent en ouders de kinderen meeneemt door het programma. Het dagprogramma bestaat uit 4 onderdelen;
natuur: Vertellen over biodiversiteit en ecosystemen, terwijl je de natuur in gaat.
Planten: De kinderen leren over tuinieren en het zelf laten planten van zaadjes. Hierbij mogen de kinderen ook de potjes en naamkaartje versieren. (dit vonden de kinderen bij mijn test erg leuk om te doen)
Vervuiling: Met de kinderen zwerfafval opruimen in de natuur. Hierbij wordt er verteld over hoelang alles duurt om af te breken in de natuur.
klimaat verandering: De kinderen vertellen over klimaatverandering en de gevolgen daarvan.
Past bij de doelgroep:
- De doelgroep moet gestimuleerd worden op een leuke manier door ouders en/of school om geïnteresseerd te blijven in de natuur. Dit doet het evenement, omdat de kinderen het ook nog leuk vinden om met zaadjes bezig te zijn. Dit zag ik terug in mijn task analyses.
- Kinderen vinden buiten zijn en in de tuin werken leuk.
- De doelgroep weet niet hoelang het afbreken van zwerfafval echt duurt, dit leren ze bij het evenement
- De doelgroep heeft soms niet door welke consequenties sommige acties hebben met betrekking tot de natuur
- De doelgroep geeft ook aan in de co-creation dat om kinderen over de natuur te leren, de kinderen ook naar buiten moeten gaan. Daarom gaan de kinderen veel naar buiten tijdens het evenement.
Belangrijke insights:
- Werken in de tuin heeft een opvoedkundige waarde, de kinderen leren met planten en dieren omgaan en krijgen meer verantwoordelijkheid. (deskresearch)
- Werken in de tuin heeft een goede impact op kinderen hun mentale en fysieke gezondheid. Door frisse lucht, het meer uit je huis gaan en je immuunsysteem verbeterd.
Toekomst
Met dit concept wil ik bij de kinderen een tiny zaadje planten dat hopelijk leidt tot meer interactie met de natuur. Doordat de kinderen praktisch bezig zijn kunnen zij veel kennis en vaardigheden opdoen over de natuur. Dit moet leiden tot meer kennis over wat er met zwerfafval gebeurt en wat het doet met de planten en dieren. Het gewenste effect dat dit teweeg moet brengen is meer enthousiasme voor tuinieren, minder vervuiling door jonge kinderen en beter om gaan met planten en dieren.